• Herkennen van een licht verstandelijke beperking in de forensische context

    Sinds de komst van de DSM-5 is de definitie van een verstandelijke beperking ingrijpend veranderd. De IQ-cijfers zijn uit de criteria gehaald. De ernst van de verstandelijke beperking wordt nu vastgesteld op basis van de ernst van de problemen in het adaptief functioneren. Adaptieve tekortkomingen bepalen immers of en welke ondersteuning er nodig is. Een ander criterium voor een verstandelijke beperking is dat de problemen in de ontwikkelingsperiode ontstaan moeten zijn. Lees in dit artikel van Femke Jonker over het herkennen van een LVB in de forensische context.

    Lees meer
  • Onderzoek bij vermoeden van een LVB bij kind en jeugd

    LVB-problematiek is een complex geheel. Meerdere kind- en omgevingsfactoren spelen een rol in het ontstaan en het in stand houden van de problemen van een kind in het gezin en/of op school.

    Goede diagnostiek, waarbij recht wordt gedaan aan de hulpvraag van het kind en zijn opvoeders, is bij het vermoeden van LVB-problematiek van groot belang. Juist bij onderzoek naar deze problematiek zijn er veel valkuilen, onder meer omdat beperkte beeldvorming ervoor kan zorgen dat conclusies te snel getrokken worden.

    In deze whitepaper schrijft Albert Ponsioen over het diagnosticeren van een LVB bij kinderen en jongeren, doet aanbevelingen voor de klinische praktijk en gaat daarbij dieper dan alleen de testscores.

    Lees meer
  • WAIS-IV-NL Psychometrische eigenschappen

    In deze whitepaper wordt een samenvatting gegeven van het normeringsonderzoek dat gedaan is naar de WAIS-IV-NL en op basis waarvan de normen berekend zijn. Daarnaast worden het onderzoek en de resultaten van het validiteits- en betrouwbaarheidsonderzoek besproken. Dit is gedaan opdat (aankomende) gebruikers van de WAIS-IV-NL bekend zijn met de psychometrische eigenschappen van de WAIS-IV-NL en zij bij het interpreteren van de resultaten van cliënten hiermee rekening kunnen houden. In de tekst worden ook enkele aanbevelingen gegeven over hoe om te gaan met de gevonden resultaten.

    Lees meer
  • Onderzoek bij vermoeden van een Ontwikkelingsachterstand bij kinderen en jongeren

    Kinderen ontwikkelen zich allemaal anders, de een wat sneller dan de ander. Op jonge leeftijd is vaak moeilijk te zeggen of er al sprake is van een achterstand. Soms kan een kind al haar/zijn energie richten op het ontwikkelen van een bepaalde vaardigheid, zoals lopen of praten, wat dan even ten koste gaat van de ontwikkeling op een ander gebied. Een achterstand kan dan later weer worden ingehaald. Als er echter sprake is van 'significante beperkingen in zowel intellectueel functioneren als in adaptieve vermogens', en die beperkingen zijn vóór de leeftijd van 18 jaar ontstaan, spreken we van een verstandelijke beperking. In deze whitepaper neemt André Rietman ons me in de uitdagingen in de diagnostiek van een ontwikkelingsachterstand bij kinderen en jongeren.

    Lees meer
  • WNV-NL Hoe kan intelligentie onafhankelijk van taal en cultuur worden gemeten?

    Alleen al in 2015 zijn er vele mensen uit diverse landen naar Nederland toe gekomen om oorlog te ontvluchten en hier onderdak en een betere toekomst te vinden. Het gaat hierbij onder andere om, deels niet-begeleide kinderen en jongeren die in het Nederlandse onderwijs geïntegreerd moeten worden en weer een normaal dagelijks leven moeten gaan leiden. Gezien deze situatie staan veel professionals voor een uitdaging: Hoe kan ik intelligentie onafhankelijk van taal en cultuur meten? In deze whitepaper gaan we in op de vraag: Hoe kan intelligentie onafhankelijk van taal en cultuur worden gemeten?

    Lees meer
  • WAIS-IV-NL Technisch rapport

    In dit technische rapport wordt de mogelijkheid besproken om naast de indexscores uit de handleiding van de WAIS-IV-NL een extra indexscore te berekenen op basis van de scores behaald op de WAIS-IV-NL. Dit is vooral interessant bij cliënten met ADHD, traumatisch hersenletsel of dementie. Bij deze cliënten kunnen moeilijkheden met werkgeheugen en verwerkingssnelheid resulteren in een lager TIQ dan bij personen zonder neuropsyschologische problemen en geeft het TIQ daarom mogelijk geen goede indicatie van hun algemeen cognitief functioneren.

    Lees meer
  • Interpretatie van klinische resultaten

    Voor elk psychologisch meetinstrument rijst de vraag in hoeverre het instrument bruikbaar is bij klinische doelgroepen. Voor welke doelgroep is het instrument geschikt en welke problemen komt men tegen bij het afnemen van het instrument bij een persoon met een stoornis of beperking. Kan het instrument bij hen op gestandaardiseerde wijze afgenomen worden en wat zeggen de resultaten over een individu met een specifieke problematiek?

    Lees meer
  • Deel 3 van 3: Afname van de WISC-V-NL in klinische groepen

    In deze whitepaper wordt eerst ingegaan op de mogelijkheid tot het afwijken van de gestandaardiseerde afname en het aanpassen ervan ten behoeve van gebruik bij cliënten met speciale behoeften. Vervolgens wordt specifiek ingegaan op de mogelijkheden en beperkingen van het inzetten van de WISC-V-NL bij cliënten met een taalprobleem.

    Lees meer
  • RAKIT-2-NL Psychometrische eigenschappen

    In 2012 is de RAKIT-2 op de markt gekomen, de herziene editie van de RAKIT. Naar deze herziene versie is een uitgebreid onderzoek gedaan: er is data verzameld om nieuwe normen te genereren en er is betrouwbaarheids- en validiteitsonderzoek gedaan. In deze whitepaper worden de resultaten van deze onderzoeken beschreven.

    Lees meer
  • WAIS-IV-NL Afname van WAIS-IV-NL in klinische groepen: bruikbaarheid en beperkingen

    De WAIS-IV-NL is een diagnostisch instrument dat veelal ingezet zal worden bij personen met een vermoeden van een klinische stoornis of beperking. Bij deze personen kan echter bepaalde problematiek spelen die de afname en de betrouwbaarheid van de WAIS-IV-NL beïnvloedt.

    In deze whitepaper wordt eerst ingegaan op de mogelijkheid tot het afwijken van de gestandaardiseerde afname en het aanpassen ervan ten behoeve van gebruik bij cliënten met speciale behoeften. Vervolgens wordt uitgebreid ingegaan op de mogelijkheden en beperkingen van het inzetten van de WAIS-IV-NL bij cliënten met een taalprobleem en bij dove en slechthorende cliënten. Tot slot worden de onderzoeksresultaten besproken met betrekking tot de groepen licht verstandelijk beperkt, personen met Alzheimer en personen met dyslexie. Hiermee wordt inzicht verkregen in de klinische relevantie van de WAIS-IV-NL.

    Lees meer

Bekijken door