The store will not work correctly when cookies are disabled.
Begin november zullen we onze systemen bijwerken. Alle bestellingen die tussen 9 oktober en 4 november geplaatst worden, zullen na 4 november worden uitgeleverd
In de loop van de 20e eeuw lieten de prestaties van de populatie op intelligentietests een progressieve toename zien in verschillende delen van de wereld. Professor James Flynn heeft als eerste onderzoek gedaan naar en bewijs geleverd voor deze theorie, waardoor het fenomeen nu wereldwijd bekend staat als het “Flynn-effect”. In deze whitepaper wordt de meest recente stand van zaken rondom het Flynn-effect besproken. Er wordt onder andere uitgelegd wat het Flynn-effect precies is, wat de oorzaak van dit effect is en welke invloed het Flynn-effect heeft op de ontwikkeling van psychologische tests.
De WPPSI-IV-NL is een individueel af te nemen, klinisch instrument, bedoeld voor het in kaart brengen van het intelligentieniveau bij kinderen van 2 jaar en 6 maanden tot en met 6 jaar en 11 maanden (2:6-6:11).
Non verbale Wechsler IQ test voor kinderen en adolescenten van 4 tot en met 21 jaar, speciaal ontwikkeld voor kinderen met communicatieve beperkingen en kinderen met een migratieachtergrond.
De WAIS-IV-NL is een individueel toepasbaar klinisch instrument waarmee het intellectuele vermogen van adolescenten en volwassenen tussen de 16:0 en 84:11 jaar kan worden bepaald.
Het in kaart brengen van het cognitief functioneren (IQ) van kinderen in de basisschoolleeftijd. Doelgroep Kinderen vanaf 4 tot en met 12,5 jaar. Het instrument kan voor de gehele basisschoolleeftijd ingezet worden en is speciaal geschikt voor kinderen met lagere cognitieve capaciteiten, omdat hij een bereik heeft tot een IQ van 40.
De Raven's is wereldwijd de meest gebruikte non-verbale intelligentietest om snel een beeld van de algemene intelligentie (g) te krijgen. De Raven's 2 is snel af te nemen en is zowel digitaal als op papier beschikbaar. De test heeft een leeftijdsbereik van 4:0 - 69:11 jaar en geeft een Geschaalde Score van 40-160.
In het kader van het cognitieve onderzoek is het soms nodig om de prestaties op de verschillende cognitieve domeinen te analyseren. Bijvoorbeeld om de diagnose te kunnen stellen of om de mate van ernst vast te stellen. In deze gids vind je suggesties voor tests voor het in kaart brengen van executieve functies, verwerkingssnelheid en visueel-ruimtelijke vaardigheden. Drie gebieden waarvan is vastgesteld dat ze bijzonder belangrijk zijn bij de cognitieve ontwikkeling van kinderen.
Maak jij optimaal gebruik van onze cognitieve tests voor kinderen en adolescenten? In dit artikel met veel gestelde vragen beantwoorden onze consultants vragen over tests voor het vaststellen van cognitieve achterstanden, vragen over de interpretatie van testresultaten, vragen over verschillen tussen de WISC-V-NL en de IDS-2, vragen over leeftijdsequivalenten, en vragen over digitale afname en scoring.
Het beoordelen van het cognitief functioneren bij kinderen is een complex proces voor clinici . Verschillende stoornissen hebben dezelfde symptomen, omgevingsfactoren kunnen de interpretatie van testresultaten bemoeilijken of in sommige gevallen is er een gebrek aan geschikte tests. In dit artikel vind je informatie over veelvoorkomende uitdagingen waar psychologen mee te maken krijgen bij het meten van cognitieve vaardigheden en suggesties voor recente publicaties die ondersteuning kunnen bieden bij het diagnostisch onderzoek.
Alleen al in 2015 zijn er vele mensen uit diverse landen naar Nederland toe gekomen om oorlog te ontvluchten en hier onderdak en een betere toekomst te vinden. Het gaat hierbij onder andere om, deels niet-begeleide kinderen en jongeren die in het Nederlandse onderwijs geïntegreerd moeten worden en weer een normaal dagelijks leven moeten gaan leiden. Gezien deze situatie staan veel professionals voor een uitdaging: Hoe kan ik intelligentie onafhankelijk van taal en cultuur meten? In deze white paper gaan we in op de vraag: Hoe kan intelligentie onafhankelijk van taal en cultuur worden gemeten?
De WAIS-IV-NL is een diagnostisch instrument dat veelal ingezet zal worden bij personen met een vermoeden van een klinische stoornis of beperking. Bij deze personen kan echter bepaalde problematiek spelen die de afname en de betrouwbaarheid van de WAIS-IV-NL beïnvloedt.
Kinderen ontwikkelen zich allemaal anders, de een wat sneller dan de ander. Op jonge leeftijd is vaak moeilijk te zeggen of er al sprake is van een achterstand. Soms kan een kind al haar/zijn energie richten op het ontwikkelen van een bepaalde vaardigheid, zoals lopen of praten, wat dan even ten koste gaat van de ontwikkeling op een ander gebied. Een achterstand kan dan later weer worden ingehaald. Als er echter sprake is van ‘significante beperkingen in zowel intellectueel functioneren als in adaptieve vermogens’, en die beperkingen zijn vóór de leeftijd van 18 jaar ontstaan, spreken we van een verstandelijke beperking. In deze white paper neemt André Rietman ons mee in de uitdagingen in de diagnostiek van een ontwikkelingsachterstand bij kinderen en jongeren.
Aan de hand van een casus over Amirah, een 13-jarig Syrisch meisje met schoolse problemen, beschrijft gedragswetenschapper Noortje Hoogervorst het gebruik van de RAVEN'S 2 om het cognitief vermogen goed in kaart te kunnen brengen bij nieuwkomers.
Er zijn reeds meerdere neurologische en psychiatrische complicaties als gevolg van COVID-19 gerapporteerd. Een overzicht van de klinische en epidemiologische literatuur toont de hoge frequentie (15 tot 80% van de gevallen, afhankelijk van het onderzoek), de grote variabiliteit van deze complicaties en het feit dat ze soms ruim zes maanden na herstel van de ziekte nog aanhouden. Deze complicaties kunnen invloed hebben op het geheugen, taal, executieve functies en aandacht. Een overzicht van de literatuur en aanbevelingen voor klinisch onderzoek.
In deze whitepaper wordt een samenvatting gegeven van het normeringsonderzoek dat gedaan is naar de WAIS-IV-NL en op basis waarvan de normen berekend zijn. Daarnaast worden het onderzoek en de resultaten van het validiteits- en betrouwbaarheidsonderzoek besproken. Dit is gedaan opdat (aankomende) gebruikers van de WAIS-IV-NL bekend zijn met de psychometrische eigenschappen van de WAIS-IV-NL en zij bij het interpreteren van de resultaten van cliënten hiermee rekening kunnen houden. In de tekst worden ook enkele aanbevelingen gegeven over hoe om te gaan met de gevonden resultaten.
In deze whitepaper zal een uiteenzetting worden gegeven van de belangrijkste verschillen tussen de WISC-IIIINL en de WISC-V-NL. Aan de orde komen onder andere de structurele verschillen tussen beide testversies. Tevens worden belangrijke verschillen besproken in bijvoorbeeld de afnameprocedure en de subtestinhoud.
Om een beter inzicht te krijgen in de leeromstandigheden van kinderen en om hen adequate ondersteuning te kunnen bieden, wordt bij kinderen vaak onderzoek gedaan met gestandaardiseerde testinstrumenten. In dit artikel gaan we dieper in op wat de WISC-V hierin kan bijdragen. We bespreken ook de beperkingen van de WISC-V en waarom de test geen volledig beeld geeft van eventuele taalproblemen.
Voor elk psychologisch meetinstrument rijst de vraag in hoeverre het instrument bruikbaar is bij klinische doelgroepen. Voor welke doelgroep is het instrument geschikt en welke problemen komt men tegen bij het afnemen van het instrument bij een persoon met een stoornis of beperking. Kan het instrument bij hen op gestandaardiseerde wijze afgenomen worden en wat zeggen de resultaten over een individu met een specifieke problematiek?
Een licht verstandelijke beperking (LVB) is in de praktijk moeilijk te herkennen. Aan het uiterlijk is meestal niets te zien en mensen met een LVB kunnen hun beperking (onbedoeld) maskeren. In deze white paper vertellen Femke Jonker en Robert Didden meer over het diagnosticeren van een licht verstandelijke beperking bij volwassenen.
In deze whitepaper wordt een samenvatting gegeven van het normeringsonderzoek dat gedaan is naar de WISC-V-NL en op basis waarvan de normen berekend zijn. Daarnaast worden delen van het onderzoek en de resultaten van het betrouwbaarheids- en validiteitsonderzoek globaal besproken.
In deze whitepaper wordt eerst ingegaan op de mogelijkheid tot het afwijken van de gestandaardiseerde afname en het aanpassen ervan ten behoeve van gebruik bij cliënten met speciale behoeften. Vervolgens wordt specifiek ingegaan op de mogelijkheden en beperkingen van het inzetten van de WISC-V-NL bij cliënten met een taalprobleem.
Dit artikel gaat in op de (nieuwe) eigenschappen van de meest recente versie van ’s Werelds meestgebruikte, non-verbale screener voor de algemene intelligentie.
Iedereen die weleens een intelligentieonderzoek verricht, is bekend met de brede keuze aan beschikbare tests, waarbij de onderzoeker zich steeds de vraag stelt: wat is precies mijn onderzoeksvraag en met welke test kan ik die onderzoeksvraag het best beantwoorden? Noortje Hoogervorst vertelt in dit artikel over de Raven’s 2 en de inzetbaarheid bij nieuwkomers.
LVB-problematiek is een complex geheel. Meerdere kind- en omgevingsfactoren spelen een rol in het ontstaan en het in stand houden van de problemen van een kind in het gezin en/of op school.
In 2012 is de RAKIT-2 op de markt gekomen, de herziene editie van de RAKIT. Naar deze herziene versie is een uitgebreid onderzoek gedaan: er is data verzameld om nieuwe normen te genereren en er is betrouwbaarheids- en validiteitsonderzoek gedaan. In deze white paper worden de resultaten van deze onderzoeken beschreven.
In oktober 2012 is de RAKIT-2 op de markt verschenen, een herziening van de RAKIT, de Revisie Amsterdamse Kinder Intelligentie Test (Bleichrodt, Drenth, Zaal & Resing, 1984). In deze whitepaper worden de redenen om de test te herzien beschreven, evenals de wijzigingen ten opzichte van de oude RAKIT op subtest- en factorniveau. Ook indien u niet bekend bent met de oude RAKIT, biedt deze whitepaper een goed overzicht van de meetpretentie van de RAKIT-2 met de onderliggende subtests en factoren.
Na lang wachten is het bijna zover: de WPPSI-IV-NL staat op het punt om uitgegeven te worden. In de VS, waar de voor ons zo nieuwe test al een tijd wordt gebruikt, zijn ze echter al gevorderd met de ontwikkeling van de vijfde versie van de WPPSI. De conclusie dat Nederland achterloopt op het gebied van testontwikkeling in vergelijking met de VS is dan snel getrokken. Maar is dit ook echt zo? En hoe komt het dat het zo lang duurt voordat een nieuwe test in het Nederlands beschikbaar is? In dit artikel nemen we je mee in de wereld van testontwikkeling, en leggen we van begin tot eind uit hoe onze tests tot stand komen in samenwerking met experts uit het veld. Om het geheel concreet te maken gebruiken we de WPPSI-IV-NL als voorbeeld.
In dit technische rapport wordt de mogelijkheid besproken om naast de indexscores uit de handleiding van de WAIS-IV-NL een extra indexscore te berekenen op basis van de scores behaald op de WAIS-IV-NL. Dit is vooral interessant bij cliënten met ADHD, traumatisch hersenletsel of dementie. Bij deze cliënten kunnen moeilijkheden met werkgeheugen en verwerkingssnelheid resulteren in een lager TIQ dan bij personen zonder neuropsyschologische problemen en geeft het TIQ daarom mogelijk geen goede indicatie van hun algemeen cognitief functioneren.
De WPPSI-IV-NL heeft net als de WISC-V-NL naast de primaire indexen ook aanvullende indexen. Deze aanvullende indexen zijn toegevoegd om te gebruiken in specifieke praktische en klinische situaties. In dit white paper wordt uitgelegd welke aanvullende indexen er zijn en in welke situaties ze ingezet kunnen worden.
Ten behoeve van de COTAN-beoordeling is met betrekking tot een drietal psychometrische onderwerpen extra informatie aangeleverd, die niet in de handleiding is opgenomen. In deze paper worden deze gegevens ook voor WISC-V-NL gebruikers beschikbaar gemaakt.
Wil jij altijd als eerste op de hoogte zijn van nieuwe whitepapers, webinars, tests, trainingen en aanbiedingen? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief.