Bayley Scales of Infant and Toddler Development - Fourth Edition - Nederlandstalige bewerking | Motoriekschaal

Bayley-4-NL Motoriekschaal
  • Nancy Bayley
  • Glen P. Aylward
De BayleyScales of Infant andToddler Development - Fourth Edition - Nederlandstalige bewerking (Bayley-4-NL), opvolger van de Bayley-III-NL, is een instrument om het ontwikkelingsverloop van jonge kinderen in kaart te brengen en om kinderen met een ontwikkelingsachterstand te identificeren.

Kies uit onze formats

  • Kits

    Complete kits, Q-interactive benodigdheden & Q-global kits

    2 opties

    Vanaf €839.00
  • Formulieren & digitale scoring

    Score- en responsformulieren, testboekjes, antwoordbladen, digitale credits, abonnementen & licenties

    3 opties

    Vanaf €26.30
  • Testmaterialen

    Handleidingen, stimulusboeken & andere materialen

    2 opties

    Vanaf €156.50
  • Trainingen

    Op locatie, live online of online zelfstudie

    1 optie

    Vanaf €345.00
  • Alle materialen

    Alle sets en materialen aangeboden voor Bayley-4-NL Motoriekschaal

    8 opties

    Vanaf €26.30
- van 8 Resultaten
  • Bayley-4-NL Motoriek Basisset
    A103000402191 Kwalificatienievau B

    Bayley-4-NL Motoriek Basisset

    €839.00 Excl. BTW

  • Bayley-4-NL Motoriek Complete set (incl. Q-global 25 digitale scoreformulieren + scoring)
    A103000410643 Kwalificatienievau B

    De Bayley-4-NL Motoriek Complete set bestaat uit:

    Bayley-4-NL Motoriek Basisset
    Bayley-4-NL Q-global 25 digitale scoreformulieren + scoring

    €942.90 Excl. BTW

  • Bayley-4-NL Motoriek Handleiding
    A103000402187 Kwalificatienievau B

    €156.50 Excl. BTW

  • Bayley-4-NL Motoriek Scoreformulieren (25 stuks)
    A103000402188 Kwalificatienievau B

    Bayley-4-NL Motoriek Scoreformulieren (25 stuks)

    €72.50 Excl. BTW

  • Bayley-4-NL Responsformulieren Motoriek (25 stuks)
    A103000401059 Kwalificatienievau B

    Bayley-4-NL Responsformulieren Motoriek (25 stuks)

    €26.30 Excl. BTW

  • Bayley-4-NL Motoriek Digitale Handleiding
    A103000413493 Kwalificatienievau B

    Bayley-4-NL Motoriek Digitale Handleiding

    €156.50 Excl. BTW

  • Bayley-4-NL Motoriekschalen Basistraining
    A103000415739 Kwalificatienievau A

    • Bayley-4-NL Motoriekschalen Basistraining onder begeleiding van Bayley expert, Selma Ruiter
    • Leer wat de aanknopingsgebieden van de testresultaten bieden voor een behandelings- of begeleidingsplan
    • Intensief oefenen met materiaal en afname door meescoren met videobeelden en door oefenen met casussen op papier

    De beschikbare data voor deze training vind je onder ‘Trainingsdetails’. Na aankoop nemen wij contact met je op om jouw voorkeursdatum vast te leggen.

    €345.00 Excl. BTW

  • Bayley-4-NL Q-global 25 digitale scoreformulieren + scoring
    A103000422697 Kwalificatienievau B

    €104.00 Excl. BTW

Specificaties

Leeftijdsbereik:
16 dagen t/m 42:15 maanden
Jaar van uitgave:
2024

Hoe ervaren kinderfysiotherapeuten zoals Lieke de Bayley-4-NL Motoriekschaal?​ 

Lees Liekes review en stap net als haar en andere kinderfysio- en ergotherapeuten die je voorgingen over naar de nieuwste Bayley-4-NL Motoriekschaal!

Lees de volledige review

Beschrijving

Doel 

De Bayley Scales of Infant and Toddler Development-Fourth Edition-NL (Bayley-4-NL) is een instrument om het ontwikkelingsverloop van jonge kinderen in kaart te brengen en om kinderen met een ontwikkelingsachterstand te identificeren. De Motoriekschaal van de Bayley-4-NL is specifiek bedoeld om de ontwikkeling van de fijne en grove motoriek te onderzoeken.

De Bayley-4-NL kan worden gebruikt om het ontwikkelingsverloop van jonge kinderen in kaart brengen en om kinderen met een ontwikkelingsachterstand te identificeren. Daarnaast geeft de test de gebruiker informatie over hoe een interventie voor een kind kan worden opgezet en geëvalueerd. Zo kunnen de testresultaten gebruikt worden bij het ontwerpen van een begeleidings-/behandelingsplan voor een kind.
 

Doelgroep

De Bayley-4-NL is in te zetten bij kinderen vanaf 16 dagen tot en met 42 maanden en 30 dagen. Het instrument is bedoeld om de vroegkinderlijke motorische ontwikkeling in kaart te brengen bij deze doelgroep.
 

Beschrijving

De Motoriek bestaat uit twee subtests: Fijne Motoriek en Grove Motoriek. Deze ontwikkelingsgebieden worden onderzocht aan de hand van gestructureerde items die bij het kind worden afgenomen en die waar nodig worden aangevuld met informatie vanuit de ouder/verzorger.
 

Normering

Voor de normering van de Bayley-4-NL zijn 1483 Nederlandse kinderen getest in 17 verschillende leeftijdsgroepen. Tezamen vormen deze kinderen een representatieve afspiegeling van de Nederlandse bevolking wat betreft geslacht, (migratie)achtergrond, opleiding van moeder en regio. Per leeftijdsgroep zijn ongeveer 7% premature kinderen geïncludeerd. Daarnaast zijn onderzoeken gedaan naar de betrouwbaarheid en validiteit. Hierin zijn onder meer kinderen met motorische achterstand, algemene ontwikkelingsachterstand en ernstige prematuriteit onderzocht. De resultaten van deze onderzoeken zijn beschreven in de handleiding.
 

Afname en scoring

Op basis van gegevens van de Bayley-III-NL wordt verwacht dat voor het afnemen van de Motoriekschaal bij kinderen tot 6 maanden oud ongeveer 10 minuten nodig zijn en voor kinderen van 6 tot en met 12 maanden oud ongeveer 20 minuten. De totale afnameduur voor kinderen vanaf 13 maanden is ongeveer 30 minuten.

Papieren afname De Bayley-4-NL is op papier af te nemen, maar de scoring verloopt digitaal. Na het afnemen van de subtest Fijne en/of Grove Motoriek kunnen de ruwe totaalscores worden vergeleken met de normen via ons digitale platform Q-global.

Digitale afname De Bayley-4-NL is ook af te nemen met een digitaal scoreformulier op Q-global.

Bij beide afnameopties wordt een digitaal scorerapport gegenereerd, met een indexscore, percentielscore en betrouwbaarheidsinterval voor de Motoriekschaal en geschaalde subtestscores, leeftijdsequivalenten en groeiscores voor de subtests Fijne Motoriek en Grove Motoriek. Daarnaast wordt een discrepantieanalyse uitgevoerd voor eventuele verschillen tussen de twee subtests.
 

Benodigdheden

- Bayley-4-NL Motoriekschaal Complete Set

- 1 jaar onbeperkte scoring via Q-global



Al onze producten zijn auteursrechtelijk beschermd. Op kopiëren en onrechtmatig gebruik staat een boete.

Aanvullende informatie

FAQs

Wordt het aangeraden om de oudervraag bij elk item te stellen als er geen perfecte score (2 punten) behaald wordt op het testitem?

Ja. De oudervraag mag altijd afgenomen worden wanneer de testleider een imperfecte score toekent (0 of 1). De ouderscore mag ingewisseld worden met de testleiderscore als de ouderscore hoger is.

Is het mogelijk om met collega's vanuit meerdere disciplines scores in te voeren in het digitale platform voor dezelfde cliënt? Collega A kan dan de Cognitie en Taalschaal invoeren en collega B de Motoriekschaal.

Dat kan, maar is afhankelijk van hoe het Q-global account is ingericht. Een account kan zo ingericht worden dat alle collega's uit een team alle cliëntprofielen kunnen inzien. Een account kan ook zo ingericht worden dat een gebruiker alleen zijn/haar eigen aangemaakte cliëntprofielen kan inzien.

Dit wordt bepaald door de structuur van het account. Als een account in dezelfde hiërarchie wordt aangemaakt als andere accounts en als al deze accounts onder hetzelfde moederaccount vallen, dan kan het cliëntprofiel gedeeld worden met meerdere collega's van verschillende disciplines zodat elke collega zijn/haar deel kan scoren. Let op: alleen de beheerder van het moederaccount heeft de mogelijkheid om cliënten over te hevelen naar een andere testleider, maar testleiders onderling niet.

Als een account in een andere hiërarchie is aangemaakt of onder een ander moederaccount valt, dan kunnen cliëntprofielen niet onderling gedeeld worden.

Is het mogelijk om een eerdere afname weer in te zien en om een herevaluatie hiermee te vergelijken?

Ja, dat kan met de groeiscores. Groeiscores worden gebruikt om de ontwikkelingsgroei weer te geven die een kind in de loop van de tijd heeft
doorgemaakt ten opzichte van zichzelf. Voor elke subtest kan een groeiscore worden bepaald. Deze scores zijn gebaseerd op de totale ruwe subtestscores. Groeiscores hebben een gemiddelde van 500 en een SD van 25.

Als er na verloop van tijd een tweede afname met de Bayley-4-NL wordt gedaan bij hetzelfde kind, kan de nieuwe groeiscore van het kind vergeleken worden met de vorige. Als de ruwe score hoger is ten opzichte van de vorige afname, gaat ook de groeiscore omhoog. Er kan m.b.v. Tabel 7.2 in de Technische Handleiding berekend worden of twee groeiscores significant van elkaar verschillen en dus of er sprake is van significante groei. Wanneer het absolute scoreverschil (d.w.z. de waarde wanneer de groeiscore van de eerste afname wordt afgetrokken van de groeiscore van de tweede afname) gelijk is aan of groter is dan de kritieke waarde, wordt het verschil beschouwd als een waar verschil en niet als een verschil als gevolg van meetfout of toeval. Wanneer de twee groeiscores niet significant verschillen, impliceert dit dat de vaardigheden van het kind niet substantieel zijn toegenomen of afgenomen.

Welke Vineland vragenlijst wordt geadviseerd om te gebruiken om de sociaal-emotionele ontwikkeling en het adaptief gedrag in kaart te brengen?

Hiervoor is de Nederlandse bewerking van de Vineland Adaptive Behavior Scales Third Edition (Vineland-3-NL; Sparrow, Cicchetti, & Saulnier, 2022), geschikt. De Adaptief Gedrag Vragenlijst van de Amerikaanse versie van de Bayley-4 is namelijk samengesteld uit een aantal items en vaardigheidsgebieden van de vragenlijst voor ouders/begeleiders van de Vineland-3.

Hoe kunnen de ontwikkelingsleeftijden bepaald worden - in het bijzonder voor kinderen die buiten het leeftijdsbereik van de Bayley-4-NL (3:5 jaar) vallen?

Voor kinderen binnen het leeftijdsbereik van de test (16 dagen tot 43 maanden) worden de ontwikkelingsleeftijdsequivalenten (OLE) gegeven in het digitiale Q-global rapport.

Voor kinderen ouder dan 3,5 jaar verschijnen er vanaf 5 juni normtabellen met de ontwikkelingsleeftijdsequivalenten in de resourcebibliotheek van Q-global.

Met welke groepen kinderen wordt het kind vergeleken? Ik onderzoek vooral slechtziende kinderen; kan ik dan noemen dat ik vergelijk met goedziende kinderen?

De kinderen in de normeringssteekproef moesten het Nederlands begrijpen en spreken als moedertaal en hadden normaal gezichtsvermogen en gehoor (eventueel gebruik van bril of gehoorapparaat was toegestaan). Als je dus bijvoorbeeld werkt met slechtziende of slechthorende kinderen, dan is het belangrijk je te beseffen dat je het kind vergelijkt met gezonde (goedziende en goedhorende) kinderen.

Er zijn klinische groepen onderzocht in het kader van de validiteit. De klinische groepen bestonden uit kinderen met een overwegend motorische achterstand, kinderen met een algemene ontwikkelingsachterstand en ernstig te vroeg geboren kinderen. Er zijn geen normen ontwikkeld voor klinische groepen.

Is er ook een Bayley-4-NL Special Needs Addition versie?

De nieuwe Bayley-4-NL Special Needs Addition is in ontwikkeling en wordt over enkele jaren
verwacht. Wil je op de hoogte gehouden worden over deze nieuwe versie, schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief zodat je als eerste op de hoogte bent.

Mogen de oudervragen ook gesteld worden aan een begeleider of mogen ze alleen aan ouders gesteld worden?

De oudervragen kunnen eventueel ook gesteld worden aan een begeleider en gebruikt worden in plaats van de zelf geobserveerde itemscores, maar alleen als de begeleider iemand is die ook regelmatig en intensief contact met het kind heeft. Het heeft wel de voorkeur de oudervragen zoveel mogelijk te stellen aan de ouders, omdat bij het normeringsonderzoek het wel altijd de ouders waren die vragen beantwoordden.

Hoe ga je om met ouders die de taal weinig beheersen? Of zelf een dusdanig laag niveau hebben?

De Bayley-4-NL kan flexibel afgenomen worden en mag ook in andere talen afgenomen worden. Je kan er dus voor kiezen om de oudervragen te vertalen, zodat je toch aanvullende informatie kunt verzamelen. Je kunt ook enkel de eigen scores te gebruiken. De normen zijn gebaseerd op een afname waarbij ten minste een ouder voldoende Nederlands sprak om de oudervragen te beantwoorden. Houd er in beide gevallen dus rekening mee dat de afname afwijkt van deze standaardwerkwijze. Noteer in je verslaglegging welke aanpassingen je hebt gedaan en benoem dat de normen en resultaten daardoor minder representatief zijn voor dit kind.

Moet je altijd de oudervraag stellen als deze er is? Of kun je er ook voor kiezen hem buiten beschouwing te laten?

Indien een item met 0 of 1 punten gescoord wordt en er een oudervraag vermeld staat, dan moet die gesteld worden. Enkel wanneer de score op de oudervraag hoger is dan de zelf geobserveerde itemscore, vervang je de itemscore door de oudervraag. Gebruik de antwoorden van de ouder echter alleen in plaats van de zelf geobserveerde itemscores als de ouder iemand is die ook regelmatig en intensief contact met het kind heeft. Als blijkt dat er consistent verschillen zijn tussen wat er geobserveerd wordt tijdens de testafname en de antwoorden van de ouder dan kan dit vragen oproepen over de validiteit van de scores op de oudervragen en kan je ervoor kiezen de scores op de oudervragen buiten beschouwing te laten.

Kan je de oudervragen ook op een later moment afnemen? Bij oudere cliënten waarbij er geen ouder bij de testafname aanwezig is?

Tijdens het normeringsonderzoek zijn de oudervragen steeds tijdens de afname gesteld. Dat is logisch: er volgt immers geen (advies)gesprek meer achteraf. In uitzonderlijke gevallen (bijvoorbeeld als de ouder ziek was en daardoor enkel andere begeleiding aanwezig was) zijn ouders later telefonisch gesproken voor de oudervragen.

Het is dus wel mogelijk om de oudervragen ook achteraf te stellen, zeker als de vragen goed uitgelegd worden. Het is echter wel prettig om de oudervragen tijdens de afname te stellen. De ouder ziet dan namelijk hoe je bezig bent met een taak en dan kun je gelijk vragen hoe die vaardigheid/taak thuis gaat.

Wij zien regelmatig ouders die nog in een acceptatieproces zitten rondom de ontwikkelingsproblemen van een kindje. Hierdoor lijken de antwoorden niet altijd helemaal te stroken met de realiteit (ze dichten meer vaardigheden toe aan het kind dan het daadwerkelijk kan). Hoe ga je ermee om als je twijfelt aan de antwoorden van de ouder omdat de ouder onvoldoende inzicht heeft of te positief antwoordt?

Een oudervraag kan worden gebruikt indien het gewenste gedrag niet is geobserveerd. Deze oudervraag onderzoekt of de betreffende vaardigheid al beheerst wordt of in ontwikkeling is. Indien de ouder aangeeft dat het gewenste gedrag zich Bijna altijd of Vaak voordoet wanneer het kind het probeert of de mogelijkheid krijgt, dan wordt vastgesteld dat het kind Beheersing heeft bereikt (2 punten). Een vaardigheid wordt beschouwd als In ontwikkeling (1 punt) indien de ouder aangeeft dat het gewenste gedrag Soms of Niet vaak wordt vertoond.

Als het beeld van de ouder(s) niet aansluit bij je eigen observaties, is voorzichtigheid geboden. Is er een patroon zichtbaar en zijn de ouderscores consistent hoger? Dan kun je ervoor kiezen te scoren o.b.v. je eigen observaties en de oudervragen niet mee te nemen in de scoring. Als het slechts 1 of 2 keer voorkomt dat een ouder de vaardigheden van het kind positiever beoordeelt dan jijzelf, neem dan het antwoord op de oudervraag mee in de score.