Hoogbegaafdheid is niet hetzelfde als (een hoge) intelligentie. Wat is het dan wel? Is het zinvol om te weten of een leerling hoogbegaafd is? En als we dat weten, wat dan? Deze thema's komen, naar aanleiding van de ervaringen van een hoogbegaafde leerling, ooit cliënt van CBO Talent Development, aan bod tijdens deze presentatie.
WISC-V-NL
Van hoogbegaafde leerlingen wordt vaak verwacht dat ze op school excellente resultaten behalen. Als dit niet het geval is, wordt soms getwijfeld aan hun hoogbegaafdheid. Anderzijds zijn onderwijsprofessionals ook handelingsverlegen in de begeleiding van deze leerlingen. Dit kan voortkomen uit de vraag hoe kan worden vastgesteld wat de sterke en minder sterke kanten van deze leerlingen zijn, waar hun talenten zich bevinden. Leerkrachten willen dan bijvoorbeeld graag weten wat zij in het klaslokaal kunnen doen om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van deze leerlingen voortvloeiend uit hun sterke en minder sterke kanten. In deze deelsessie, gegeven door Dr. Bart Vogelaar, wordt gekeken naar manieren hoe de talenten van deze kinderen kunnen worden herkend en hoe vervolgens op deze talenten kan worden ingespeeld.
Q-interactive is een digitaal platform voor afname, scoring en rapportage van individueel afgenomen tests. Met Q-interactive wordt het hele diagnostische proces gestroomlijnd. In deze webinar wordt belangrijke informatie over het platform gegeven: perfect als u nog maar net bent begonnen met Q-interactive, of er eerst wat meer over wilt weten!
Leerstoornissen zijn niet enkelvoudig bepaald, maar ontstaan uit de interactie van allerlei cognitieve vaardigheden. Het CHC intelligentiemodel biedt een goed kader om een cognitieve sterkte-zwakteanalyse te maken. De WISC-V gaat een belangrijke rol spelen in de cross-battery assessment voor die analyse. Samen met andere informatie kan men dan een casusbeschrijving maken die richting aan behandeling kan geven. In deze presentatie, opgenomen tijdens de WISC-dag 2017, vertelt expert Tom Braams u er meer over!
Cultuur en intelligentie zijn nauw verweven. Expressies van intelligentie maken altijd gebruik van culturele elementen. Cultuurvrije intelligentietests bestaan niet. Maar hoe zit het dan met de WISC-V? Kunnen dergelijke tests worden gebruikt om culturele groepen te vergelijken? En hoe zit het met verschillen tussen Nederlanders mét en Nederlanders zonder migratie-achtergrond? In deze presentatie wordt ingegaan op wat we weten over de relatie tussen cultuur en intelligentie, op problemen bij het samenstellen van intelligentietests vanuit een cross-cultureel perspectief en oplossingen die gebruikt worden om met deze problemen om te gaan.
Deze presentatie licht een 'tipje van de sluier' op over de aansluiting tussen de WISC-V en de WPPSI-IV. Vervolgens wordt nader ingegaan op welke cognitieve functies gemeten kunnen worden met de Wechsler schalen voor het jonge kind (van 2; 06-6; 11). Tenslotte wordt gesproken over de zin en onzin van intelligentiemetingen binnnen de diagnostiek van het jonge kind in ontwikkeling.
Bij 4 op de 10 volwassenen in de psychiatrie speelt LVB problematiek een rol, maar dit is lang niet altijd bekend. Psychiater Jeanet Nieuwenhuis legt uit hoe belangrijk het is om LVB te herkennen en hierop te acteren. Wat is de rol van LVB bij psychiatrische problematiek? Welke comorbiditeiten spelen er? En met welke uitdagingen krijg je als behandelaar nog meer te maken?
Q-global is een online scoringsplatform waarmee u na een testafname een rapport kunt genereren. U voert de ruwe scores in, welke vervolgens omgezet worden naar geschaalde scores in een overzichtelijke rapportage. Deze webinar geeft u een korte instructie in het gebruik van Q-global.
De WISC-V-NL en de RAKIT-2-NL zijn beiden instrumenten om de intelligentie te meten. Hoewel de WISC-V-NL het meest gebruikt wordt in de praktijk, kunnen er ook redenen zijn om de RAKIT-2-NL te prefereren boven een intelligentiemeting met de WISC-V-NL. In deze webinar worden beide instrumenten besproken en met elkaar vergeleken, zodat u in de toekomst betere afwegingen
Het normale gebruik van een IQ-test kennen we allemaal wel. Maar in hoeverre mag je creatief omgaan met een IQ-test: hoe onderzoek je een volwassene met een IQ rond de 45? Mag je iemand testen als hij depressief is en zijn er IQ-profielen bij mensen met psychiatrische stoornissen? Stop je met testen als iemand opbiecht dat hij de vorige dag heeft geblowd? Hoe gaat nu precies de diagnostiek naar een verstandelijke beperking en zwakbegaafdheid sinds de komst van de DSM-5? Welke onderzoeksinstrumenten zijn er voor het meten van adaptieve vaardigheden en wat zijn de verschillen? Wat classificeer je bij iemand met een zwakbegaafde IQ-score en matig verstandelijk beperkte adaptieve vaardigheden? Hoe weeg je andere zaken me, zoals motivatie en de context? Deze en andere vragen worden beantwoord aan de hand van wetenschappelijk onderzoek en klinische ervaring, waarbij voor het classificeren gewerkt wordt met voorbeeldcasussen.